
Dit is Yosef Roksa.
Dit is Yosef Roksa.
Tenminste, daar ging zijn familie een leven lang van uit.
Maar… klopte die naam wel?
Geboren als István Rokza op 10 mei 1928 in Boedapest, Hongarije. De jongste van twee broers.
István was Jood.
Toen hij 16 was, was hij leerling in een fietswerkplaats…
… totdat de nazi’s hem in mei 1944 gevangen-namen.
Hij werd overgeleverd aan een van de Gestapo-gevangenissen in Boedapest…
…totdat hij naar het concentratiekamp in Neuengamme werd gedeporteerd.
Op het moment van zijn gevangenneming had hij slechts twee dingen bij zich. Een beetje geld en een vulpen. Beiden werden hem afhandig gemaakt in het concentratiekamp.
Hij moest dwangarbeid verrichten.
Iemand stootte István aan terwijl hij aan het zagen was. Hij verloor een vinger van zijn rechterhand.
Kort voor het einde van de oorlog stuurden de nazi’s hem op een dodenmars…
…in het dodenkamp Sandbostel.
Hij
overleefde.
Drie maanden duurde het tot István überhaupt krachtig genoeg was om het noodhospitaal Bergen-Belsen weer te verlaten.
Slechts drie dagen na zijn ontslag uit het ziekenhuis werd hij met een schip naar Zweden gebracht.
Daar bleef hij minstens twee jaar. Daarna raakte hij spoorloos…
…en werd hij in juni 1949 in Salzburg teruggevonden.
Hier trof hij zijn broer György, ook hij had het overleefd.
Beiden volgden daar een opleiding tot boer.
In 1949 verliet István Europa. Zijn doel was de jonge staat Israël.
Vanaf nu heette hij Yosef.
Wilde hij het verleden achter zich laten? Zijn nieuwe leven moest in elk geval met een nieuwe naam beginnen. Als Yosef bouwde hij een nieuw bestaan op.
Hij werkte als boer en vrachtwagenchauffeur en was erg sportief. Voetbal, rennen, boksen: voor hem was dat allemaal geen probleem. Als jonge man was hij zelfs tafeltenniskampioen van Israël. En ondanks zijn handicap schreef hij met zijn rechterhand.
Maar over zijn verleden sprak hij bijna nooit.
Ook over zijn eigen broer sprak hij niet meer.
Zijn kinderen en zijn vrouw Sarah, een Roemeense overlevende van de Holocaust, kenden hem nu als Yosef.
En in 1996 stierf hij ook als Yosef. Hij liet zijn vrouw, 5 kinderen en tot nu toe 19 kleinkinderen en 23 achterkleinkinderen na.
Maar 22 jaar na zijn dood ontving de familie Roksa een boodschap uit het verleden.
Een enveloppe. Met daarin een oude vulpen die ooit bij een jonge man hoorde: István Rokza, zoon van Hedwig Miriam Füllop en Anton Schlomo Rokza, broer van György Rokza.
Istváns vulpen wordt door zijn kleinzoon Ravid bewaard. Als herinnering aan de twee levens die István Yosef Rokza leiden moest.
Op onze website vindt u meer informatie over ons werk. En hoe u mee kan helpen om de herinnering en de verhalen levend te houden.
Arolsen Archives